Help de bij
Als tuinbezitter kunt u veel doen om de bijen en alle andere bloem bezoekende insecten te helpen. De aanwezigheid van veel bestuivende insecten zorgt voor een goede bevruchting en daarmee voldoende zaadvorming.
Dit geeft weer voedsel voor zaad etende vogels. Hetzelfde geldt voor bes dragende heesters. Hun bessen zijn weer voedsel voor de vogels in de herfst- en winterperiode. Zorgen voor de bijen en andere bestuivende insecten is dus goed voor het hele ecosysteem.
Beplanting
Zorg voor een gevarieerde (liefst inheemse) beplanting. Alles wat bloeit is in principe geschikt: bollen, éénjarigen, klimplanten, vijverplanten, heesters, kruiden en (fruit)bomen. Kies bij voorkeur de zogenoemde drachtplanten. Dit zijn planten waar bijen, maar ook hommels, wilde bijen en vlinders dol op zijn.
Om wat voorbeelden te noemen: bijen vliegen graag op paardenbloem, witte klaver, bereklauw, klein hoefblad, krokus, winterakoniet, sneeuwklokje, wilg, meidoorn, pruim, appel, framboos, braam, enkelbloemige roos, linde, tamme kastanje, vuilboom of sporkehout, wilde marjolein, klimop, wingerd en bieslook.
Voedselaanbod het hele jaar door
Probeer het hele jaar door iets bloeiends in de tuin te hebben waar de bijen op kunnen vliegen, zodat er het hele jaar voedselaanbod is. Vooral in het vroege voorjaar en in de zomer hebben de bijen behoefte aan voedsel, terwijl er dan weinig aanbod is. Kijk maar naar de grasgroene weilanden waar voor insecten niets meer te halen is.
Insektenhotel
Het plaatsen van een bijenkast of –korf voor honingbijen is niet voor iedereen weggelegd, maar voor wilde (solitaire) bijen en andere insecten is het gemakkelijk woonruimte te creëren. Laat bijvoorbeeld wat afgestorven holle plantenstengels staan, of laat in een hoekje een stapeltje takken (snoeihout) liggen. Hommels kruipen graag weg in rommelige hoekjes en kruidachtige vegetaties. Ook kunt u denken aan een zogenaamd ‘insektenhotel’. Deze zijn op steeds meer plaatsen te koop maar ook gemakkelijk zelf te maken.